Weg met die wespen

Helse pijn

Ik moet een jaar of 10 zijn geweest. Niet veel ouder. Ik lag te slapen. Een helse pijn maakte zich plots meester in mijn nek. In een reflex bewoog mijn hand naar de plek des onheils. Ondertussen schreeuwde ik het stucwerk van de muur. Vader en moeder waren er rap bij. De boosdoener liet zich snel pakken maar het kwaad was al geschied. Een wesp lag op het dekbed. Verdoofd door mijn rake klap. Meer dan een rode plek was er niet te zien. Na wat troostende woorden hervatte ik mijn slaap. Geloof het of niet. Niet veel later voelde ik weer een vreselijke pijnscheut.Weer in mijn nek. Het zou toch niet waar zijn? Pappa had de wesp nog eigenhandig door het toilet gespoeld. Ik stond er zelf bij.  Een tweede wesp had zich blijkbaar ook verschanst op mijn kamer. Vast een broertje of zusje van nummer 1. De scene die volgde overtrof de eerste. Ruimschoots.

Volstrekte idioot

Sinds die bewuste nacht  gedraag ik mij als een volstrekte idioot in de buurt van ‘die beesten’. Acht maanden in het jaar leef ik vrij ontspannen. Vanaf half juli slaat de stress toe. Ieder jaar weer. Ik kan er niets aan doen ondanks alle goede adviezen. Het is nu begin april maar de rillingen lopen al over mijn rug. Een terrasbezoek midden in de zomer is een ware kwelling. “Rustig blijven Willem. Ze doen niets”, hoor ik mijzelf denken. En toch vertrouw ik ze voor geen meter. Nog geen millimeter.  Zodra zo’n onverlaat zich ook maar in de buurt waagt is mijn hele lijf in opperste paraatheid. Slaan, ik moet slaan. Zoveel mogelijk om mij heen slaan. En blazen, ik moet blazen. Zo hard mogelijk. Het is natuurlijk geen gezicht. Dat weet ik ook wel. Geen glas is meer veilig. Omstanders kijken geamuseerd toe. Dat weer wel.

Flesje AA

Afgelopen zomer gooide mijn zoontje achteloos een half flesje AA in de buxus vlak naast de voordeur. Ik riep nog door het keukenraam: “Dat  moet je niet doen jongen”. Ik heb de stopwatch niet gebruikt maar het duurde niet langer dan een minuut voordat een verkenner van de wespenarmada was gearriveerd. Niet veel later volgde nummer 2 en nummer 3 en nummer 4…………. .  De hele dag was het een komen en gaan. Lang leve de AA. Ik durfde de deur niet meer uit. Wel kon ik veilig achter het keukenraam het schouwspel volgen. Best fascinerend. Ik, oog in oog met mijn worst enemy. Slechts gescheiden door dubbelglas. Het had haast iets therapeutisch.

Mascotte

Misschien zou het helpen als Vitesse de wesp als ooit als mede mascotte neemt. Ze delen per slot dezelfde kleuren.  Kan die samen met de adelaar een rondje vliegen in het Gelredome. Zij aan zij. Voorafgaand aan de wedstrijd. En dan werp ik mij wel op als…….. wespendompteur.

Jan-Willem Vaartjes

Lees Interacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *